Socrates
Grieks filosoof
(469 v.C. - 399 v.C.)
Socrates is de eerste filosoof die meer naar binnen kijkt dan om zich heen om de wereld te verklaren. De innerlijke wereld van de mens schat hij hoger in dan de buitenwereld als basis voor zijn filosofie. Hij filosofeert hoofdzakelijk over het menselijk gedrag. Filosoferen is voor hem zoeken naar waarheid. Maar dat zoeken naar waarheid heeft hij wel met de dood moeten bekopen. Hij leefde van 470 tot 399 voor Christus in Griekenland. Hij was zoon van een beeldhouwer en een vroedvrouw.
Als hopliet (een zwaar bewapende soldaat te voet) nam hij deel aan veldslagen. Het waren de enige keren dat hij zijn vaderstad Athene verliet. Hij was een dapper en onvermoeibaar soldaat.
Te oordelen naar een bewaard gebleven borstbeeld moet hij vrij lelijk geweest zijn. Hij had een krachtige, gedrongen gestalte, een breed hoofd en een rond gezicht met een platte neus.
Socrates trouwde met Xantippe toen hij bijna vijftig jaar oud was. Daarvoor had hij zich verre van het huwelijk gehouden en als iemand hem om raad vroeg of hij al of niet moest trouwen, dan antwoordde hij met: "Doe vooral wat je zelf wilt. In beide gevallen krijg je spijt! "
Xantippe is de geschiedenis ingegaan als het stereotiep van de zeurderige en bezitterige vrouw. Toch was zij een huisvrouw met een sterk karakter. Zij zorgde voor de kinderen en voor een echtgenoot die zo goed als geen stuiver naar huis bracht. Socrates hield van Xantippe. Hij had de rust van haar huis nodig. Even weg van het rumoer van de straten. Wat haar stoorde was dat hij nooit het woord tot haar richtte. Zo praatziek als hij was met zijn vrienden op straat, zo zwijgzaam was hij thuis.
Hij had nog een tweede vrouw, hetgeen in die tijd heel normaal was, want de regering van Athene spoorde haar burgers aan om het aantal ras-Atheners te vergroten door bij verschillende vrouwen kinderen te hebben. Waarschijnlijk was er een overschot aan vrouwen door het grote aantal oorlogen dat Athene voerde. En zoals bekend eist een oorlog mannenlevens.
Socrates brengt de meeste tijd door in de buitenlucht. Overdag wandelt hij over de pleinen en door de straten van Athene op zoek naar een gesprek. Hij is eenvoudig, bijna armoedig gekleed. De jongeren van de hoogste families luisteren graag naar hem. Hij wordt dan ook door hen van geld en eten voorzien. Socrates neemt altijd alles en iedereen op de korrel. Ook politici zet hij voor schut.
De lessen van Socrates bestaan geheel uit gesprekken. Het is een spel van vraag en antwoord. Hij spreekt niet alleen zijn leerlingen aan maar ook willekeurige voorbijgangers. Het uitgangspunt van Socrates is eenvoudig: hij beweert dat hij maar één ding weet, namelijk dat hij niets weet. Met die stelling keert hij zich tegen alle leraren die beweren heel veel te weten.
Stel je nu eens voor dat hij jou vragen gaat stellen. Eerst stelt hij je een onschuldige vraag en daarna vraagt hij steeds verder. Want elk antwoord dat hij krijgt, is voor hem een aanleiding om nieuwe vragen te stellen. Net zo lang tot hij een filosofische vraag kan stellen, zoals: 'wat is deugd?' of: 'wat is de waarheid?' of: 'wat is de beste staatsvorm?'
Eerst wekt hij bij jou nog de indruk dat jij boven hem staat qua kennis. Maar hoe meer vragen hij op je afvuurt, hoe ingewikkelder het schijnt te worden. Je moet steeds beter en dieper nadenken. Dat is juist wat Socrates met zijn vragen wil bereiken. Dat gevoel van jezelf tegenkomen is zoiets als de waarheid van jezelf bij jezelf ontdekken.
Op het moment dat je niets meer weet te zeggen houdt de kennis op die je van buitenaf hebt ontvangen en begint het inzicht van binnenuit. Helaas is het zo dat de meeste mensen kennis van iets hebben zonder te weten hoe ze aan die kennis komen of hoe die kennis is opgebouwd.
Een voordeel van weten dat je (nog) niet weet is dat je altijd blijft speuren, onderzoeken en vooral: er over praten, meewerken aan het zoeken naar waarheid. Als je beweert het allemaal wel te weten, dan hoef je immers niet meer te speuren.
Socrates heeft zijn methode van vragen stellen vergeleken met het werk van zijn moeder die vroedvrouw was. Dankzij die vroedvrouwmethode krijgt de leerling te weten dat de kennis die hij meent te bezitten, meestal bestaat uit vooroordelen, idealen of geloof. Hij wordt zich bewust van de waarde van zijn kennis. Nadat de schijnkennis is weggezuiverd, moet de leerling de ware kennis opgraven. Het is of 'weten' verandert in 'herinneren'. Als je goed kijkt naar het woord 'herinneren' dan zie je daar het woord innerlijk en het woordje 'her' (opnieuw) in. Dat iets dat al binnen zit voor een tweede keer naar boven gehaald moet worden om echt te 'weten'.
Socrates zegt: 'Mijn werk lijkt op datgene dat vroedvrouwen doen. Alleen zij behandelen vrouwen en ik mannen, zij behandelen het lichaam en ik de geest.'
Socrates ziet zichzelf niet als vertegenwoordiger van een eigen waarheid. Hij zegt tegen de anderen dat ze de waarheid in zichzelf moeten zoeken.
De dood van Socrates, twee keer moet hij aan politici verantwoording afleggen. In beide gevallen loopt hij groot gevaar en wordt hij slechts gered door politieke machtsverschuivingen. Na een oorlog tegen Sparta komt de democratie in Athene even ten val. Na een volgende omwenteling komen de democraten weer aan de macht en is het lot van Socrates voorgoed bezegeld.
Door het democratisch regime wordt een aanklacht tegen hem ingediend: hij zou niet geloven in de goden van de stad en hij zou de jeugd bederven.
In feite wordt hij door de politici uit de weg geruimd. Socrates wordt gezien als een hinderlijke vragensteller die veel kritiek heeft op de Atheense democratie. De politici willen de waarheid verborgen houden die door Socrates met zijn ironie aan het licht gebracht wordt.
Hoewel de aanklacht ongegrond is, wordt hij ter dood veroordeeld en moet de gifbeker drinken, in die tijd een gebruikelijke doodstraf. Hij weigert genade te zoeken. Ook vluchten wil hij niet. Zijn vrienden kunnen hem gemakkelijk laten vluchten maar hij wil zijn lot niet uit de weg gaan. Hij sterft zoals hij geleefd heeft: ironisch, kritisch, en meer rationeel dan emotioneel.
Zelfs na het drinken van het gif valt hij zijn in de gevangenis aanwezige vrienden lastig met zijn vragen. Een vriend die begint te huilen moet zich zelfs verdedigen voor zijn huilen. 'Ik huil toch ook niet en als er één zou moeten huilen, dan ben ik het wel!', zijn z'n laatste woorden.
Socrates stelt 'weten' gelijk aan 'deugd'. Slechts als een leerling kan inzien wat de ware deugd is, kan hij handelen op basis van algemeen geldende principes en niet op grond van eigenbelang. Socrates brengt door zijn vragen de mensen geen kennis bij, maar helpt ze bij het vinden van hun eigen wijsheid.
Juist op het gebied van de moraal hebben de mensen het minst inzicht en daarom laten ze zich het gemakkelijkst overtuigen door mooipraters en woordkunstenaars. Met zijn vragen wil hij zijn leerlingen brengen tot zelfonderzoek. Dat zelfonderzoek bereikt nooit een eindpunt. Zelfs na een eenmaal verkregen overtuiging moet de leerling verder blijven zoeken om zijn kennis te vervolmaken.
'Ken uzelf !', lijkt hij iedereen toe te willen roepen.
" Onwetendheid is de bron van alle kwaad."
" Trouw in ieder geval. Als je een goede vrouw hebt, word je gelukkig. Als je een slechte vrouw hebt, word je een wijsgeer."
" Acht niet hen hoog die al uw woorden en daden prijzen, maar hen die u welgemeend op uw fouten wijzen."
" Alleen een buitengewoon onwetend of buitengewoon intelligent iemand kan zich aan verandering onttrekken."
" De kortste en zekerste manier om eervol in de wereld te leven is om zich voor te doen zoals men werkelijk is; alle menselijke deugden nemen toe en worden versterkt door ze in de praktijk te brengen en ze te ervaren."
" Degene die met het minst tevreden is, is het rijkst, want tevredenheid is de grootste schat."
" Een goed mens eet en drinkt om te leven, een slecht mens leeft om te eten en drinken."
" Een goede maaltijd brengt goede mensen samen."
" Een leven dat niet kritisch naar zichzelf kijkt, is het niet waard om geleefd te worden."
" Een mensenleven is als een dauwdruppel op een blad."
" Het goede is een weten, dat men slechts als ervaring kan beleven."
" Het is tijd om op te stappen, voor mij om dood te gaan, voor jou om verder te leven; wie van ons de beste weg neemt, weet niemand buiten God."
" Hoe geringer onze behoeften, des te dichter naderen wij tot de goden."
" Ik doe niets anders dan u allen, jong en oud, overhalen om niet te denken aan uzelf of uw bezittingen, maar u slechts erom te bekommeren uw ziel zoveel mogelijk te verheffen. Ik zeg u dat deugd niet te koop is, maar dat geld en alle andere goede dingen van de mens uit de deugd voortkomen, zowel publiekelijk als privé. Dit is mijn leer, en als deze leer de jeugd bederft, dan ben ik een slecht mens."
" Ik weet slechts één ding: dat ik niets weet."
" Laat degene die de wereld in beweging wil zetten, eerst zelf in actie komen."
" Men moet eten om te leven, niet leven om te eten."
" Men telt gemakkelijker zijn schapen dan zijn vrienden."
" Mijn geloof is dat het goddelijk is om niets te verlangen."
" Moet een man trouwen? Wat hij ook doet het zal hem berouwen."
" Niet alleen zij die niets doen zijn gemakzuchtig, maar ook zij die hun talenten beter zouden kunnen gebruiken."
" Om gelukkig te leven moet je in oorlog leven met je passies en in vrede met de passies van anderen."
" Sluit niet snel vriendschap, maar blijf een eenmaal gesloten vriendschap altijd trouw."
" Sofisten hebben het genoegen het ongerijmde te bewijzen."
" Sommigen zijn moedig in hun genoegens, anderen in hun pijn; sommigen in hun verlangens, anderen in hun angst; en weer anderen zijn lafaards in dezelfde omstandigheden."
" Trouw in ieder geval; als ge een goede vrouw krijgt wordt ge gelukkig; als ge een slechte vrouw krijgt, wordt ge een wijsgeer."
" Trouw, of trouw niet: in beide gevallen zult ge er spijt van hebben."
" Waar kunnen wij mensen vinden, die grotere weldaden van anderen hebben genoten, dan kinderen van hun ouders ?"
" Ware kennis bestaat erin te weten dat men niets weet."
" Wie niet tevreden is met wat hij heeft, zal ook niet tevreden zijn met wat hij krijgt."
" Wie zijn vermogen wil verhogen, dient zijn hebzucht te verkleinen."
"Wij leven niet om te eten, wij eten om in leven te blijven."
Maak jouw eigen website met JouwWeb